Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de uitvoering van onze taken worden we geconfronteerd met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeente is door de risico’s af te zetten tegen de mogelijkheden om de risico’s op te kunnen vangen.
Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen, naar de omvang van de reserves (Algemene reserve/reserve Grondzaken) en naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen. We doen dit voor een periode van vier jaar (dynamisch weerstandsvermogen).
Het weerstandsvermogen laat zien of de gemeente in staat is de effecten van risico’s op te vangen. Als maatstaf hanteren we de ratio van het weerstandsvermogen. Deze geeft de verhouding weer tussen het beschikbare weerstandsvermogen (welke middelen zijn er om risico’s op te vangen?) en het benodigde weerstandsvermogen (welke risico’s lopen we?). Een ratio van 100% betekent dat er voldoende weerstandsvermogen beschikbaar is om het effect van de ingeschatte risico’s te kunnen opvangen.
Het kader voor het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in de op 22 april 2020 door de raad vastgestelde kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2020 (75701-2020) . In het voorjaarsdebat 2024 is de motie 'Blijf investeren in Groningen' aangenomen. Naar aanleiding hiervan is op 8 januari 2025 de discussienota Weerstandsvermogen meningsvormend in de raad besproken. In de meningsvormende sessie is geconcludeerd dat we met de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement op een goede wijze invulling geven aan risicomanagement en is aangekondigd dat voorgesteld wordt de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing 2020 op een aantal punten aan te passen. De nieuwe kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt in 2025 aan de raad voorgelegd.
De ratio weerstandsvermogen is 170% in 2025. Dit is een verbetering van 20% ten opzichte van de ratio bij de begroting 2025. De ratio is met name verbeterd door toevoeging van 15,4 miljoen euro aan de algemene reserve en 13,1 miljoen aan de reserve grondzaken. Op 13 november 2024 is in de raad besloten een deel van het geprognosticeerde resultaat toe te voegen aan de reserves om ons voor te bereiden op toekomstige ontwikkelingen. Hiermee is ons weerstandsvermogen op orde en anticiperen we op toekomstige ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen worden hieronder toegelicht.
Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een groot aantal inschattingen bij het bepalen van het benodigd en beschikbaar weerstandsvermogen. Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen. De kengetallen netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) en de solvabiliteit zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen. De netto schuldquote in de jaarrekening 2024 is 111,1% en de solvabiliteit is 12,8%. Deze kengetallen zijn nog steeds laag, maar wel verbeterd ten opzichte van de begroting 2025. De kengetallen laten een verbetering zien als gevolg van het positieve jaarrekeningresultaat en doordat de schulden minder hoog zijn dan begroot. Om te waarborgen dat de financiële positie van de gemeente houdbaar blijft beoordelen we de hoogte van de kengetallen in samenhang met het weerstandsvermogen (zie algemeen oordeel aan het eind van deze paragraaf).
Er zijn twee grote ontwikkelingen die de komende jaren effect hebben op de kengetallen en de ratio weerstandsvermogen:
- We zien grote nieuwe investeringen op ons af komen zoals opgenomen in de strategische investeringsagenda voor onder andere de energietransitie, nieuwe gebiedsontwikkelingen, onderwijshuisvesting, een nieuw muziekcentrum en de vervanging van maatschappelijk vastgoed. Dat betekent een toename van de risico’s op verschillende fronten en een grote toename van nieuw aan te trekken leningen. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zichtbaar in de financiële kengetallen. DDit zal eveneens effect hebben op het weerstandsvermogen en de solvabiliteit. Bij nieuwe activiteiten en projecten brengen we de effecten voor het weerstandsvermogen en de kengetallen in beeld en geven we aan hoe we met de benodigde aanvulling van het beschikbaar weerstandsvermogen omgaan.
- Vanaf 2026 is er vanuit het Rijk 2,3 miljard gekort op het gemeentefonds. Voor Groningen gaat het om een korting van ruim 33 miljoen euro. In 2026 en 2027 zijn we in staat dit tekort met een aantal maatregelen op te vangen. Ons financieel perspectief laat vanaf 2028 een oplopend tekort zien. Samen met de VNG hebben we bij het Rijk aangedrongen om tot een oplossing te komen voor de korting door extra middelen beschikbaar te stellen en/of taken en middelen in balans te brengen. In april 2025 is de voorjaarsnota verschenen van het Rijk. We zien dat het ravijn niet is gedempt maar is opgeschoven. Daarmee biedt de voorjaarsnota nog geen oplossing voor het structurele tekort. De voorjaarsnota geeft vooral in de periode 2025-2027 lucht door een gedeeltelijke tegemoetkoming voor het “ravijn” en de jeugdzorg. Na 2027 wordt de bezuinigingstaakstelling voor de jeugdzorg (hervormingsagenda) fors verhoogd. Dit leidt tot een hoger risico sociaal domein. Dit is ook de reden dat de ratio weerstandsvermogen fors daalt in 2028.