Paragraaf 2: Duurzaamheid
In deze paragraaf geven we aan hoe we via het programma Groningen Geeft Energie in 2024 via meerdere sporen, verder hebben gewerkt aan de opschaling van de energietransitie.
Doelen paragraaf duurzaamheid
Gemeente Groningen CO 2 -neutraal in 2035 (volgens de uitgangspunten van de Routekaart Groningen CO 2 -neutraal 2035 uit 2018).
Wat hebben we hiervoor gedaan?
We hebben activiteiten uitgevoerd die gepland waren in de begroting 2024 en het programma ‘Groningen geeft energie’. Hierbij is de Routekaart Groningen CO 2 -neutraal 2035 (2018) te beschouwen als een stip aan de horizon en verbindt het heden met de gewenste toekomst. Het eindbeeld is niet in beton gegoten. Het is opgesteld met de huidig beschikbare kennis. Externe factoren, zoals voortschrijdend inzicht, veranderingen van nationaal beleid en technische vooruitgang, leiden tot aanpassingen in het eindbeeld. De energietransitie is een gezamenlijke opgave. Aan de realisatie van de doelen werken we samen met bewoners onder andere via de wijkenergieaanpak en initiatieven in wijken en dorpen. Ook werken we samen met bedrijven, energiecoöperaties, organisaties en met de partners van de Routekaart. Het doel voor 2035 is ambitieus. Het gemeentelijk doel loopt voor op de landelijke doelstelling van het Rijk dat volgens het Klimaatakkoord 2050 als doel heeft. Daarom vraagt het Groninger doel om een actieve inzet vanuit de gemeente.
Klimaatakkoord
Gemeenten krijgen naar aanleiding van het Klimaatakkoord veel nieuwe taken op het terrein van de sectoren gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, landbouw en elektriciteit. Daarom zijn in het coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV uitvoeringsmiddelen gereserveerd voor de medeoverheden. Voor de jaren 2023 tot en met 2030 is in totaal €5,38 miljard geoormerkt voor de uitvoeringskosten van gemeenten, provincies en waterschappen. Deze middelen zijn bestemd voor personele en bijbehorende materiële kosten van gemeenten en provincies. Hiervoor is de regeling CDOKE (capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid) door het Rijk in het leven geroepen.
De CDOKE-regeling bestaat uit twee onderdelen:
- Basisfinanciering: elke gemeente krijgt basisfinanciering op basis van een verdeelsleutel;
- Planfinanciering: budget voor specifieke plannen dat aangevraagd moet worden.
Planfinanciering
Vanuit de CDOKE-regeling is voor 2024 en 2025 extra budget beschikbaar voor planfinanciering. Hiervoor hebben wij op 20 juni 2024 een aanvraag ingediend. Op 21 oktober 2024 zijn de resultaten van de planfinanciering tranche 2 gepubliceerd in de Staatscourant . Wij ontvangen planfinanciering voor onze volledige aanvraag voor onze plannen ‘aardgasvrij' en 'opwek’. Planfinanciering ‘aardgasvrij’ krijgen we voor het gebied Noordwest Aardgasvrij 2030 zoals beschreven in het Warmtetransitieplan 2022-2030. Planfinanciering ‘opwek’ krijgen we voor onze plannen voor zonne- en windenergie (onder andere zonnepark Meerstad-Noord en windpark Roodehaan).
Planfinanciering | 2024 | 2025 |
---|---|---|
Aardgasvrij | € 3.475.584 | € 3.506.616 |
Opwek | € 162.183 | € 163.640 |
Deze middelen integreren we bij de bestaande aanpak en we zoeken naar de meest efficiënte manier om de CDOKE-regeling in te zetten waarbij wij voldoen aan de subsidievoorwaarden en maximaal gebruik maken van de middelen. We blijven de ontwikkelingen rondom het Klimaatakkoord hierin nauwlettend volgen.
Netcongestie
Naast netcongestie voor grootverbruikers is eind 2024 ook netcongestie voor (een deel van) de kleinverbruikers afgekondigd door de netbeheerders. Op 4 december 2024 heeft uw raad een brief ontvangen over de aanpak netcongestie binnen de gemeente Groningen. Meer informatie over netcongestie is te vinden bij het spoor hernieuwbare energie.
Voortgang reductie CO₂-uitstoot
Elk jaar maken we een CO₂ monitor om inzicht te krijgen in de voortgang van onze doelen. Dit doen we wanneer nieuwe data is gepubliceerd, dit is meestal aan het einde van het jaar. Het peiljaar voor de CO₂-uitstoot is 2022, recentere cijfers zijn nog niet beschikbaar. Over deze CO₂ monitor heeft u in april 2025 een brief ontvangen.
2022
De uitstoot van alle broeikasgassen in de gemeente Groningen bedroeg in 1990 1955 kton CO 2eq . In Groningen is de uitstoot van alle broeikasgassen afgenomen en bedragen in 2022 1.205 kton CO 2eq . Procentueel is de uitstoot in de periode 1990-2022 afgenomen met 38%. Ter vergelijking: nationaal bedraagt de reductie van alle broeikasgassen netto 30,4%. De Gemeente Groningen doet het daarmee goed ten opzichte van het nationaal gemiddelde.
De meeste uitstoot vindt plaats binnen de sectoren elektriciteit & warmte (29%) en mobiliteit (23%). Daarna volgen de sectoren gebouwde omgeving (21%) en industrie (16%). Landbouw en landgebruik dragen respectievelijk 8% en 2% bij aan de totale uitstoot.
Ontwikkeling ten opzichte van 2021
De reductie in 2022 is voor de gemeente Groningen 4,9% toegenomen ten opzichte van 2021. Dit komt met name door additionele reductie in de meeste sectoren. De grootste daling zit bij de gebouwde omgeving (60% van de totale daling). Alleen de sector mobiliteit kent een kleine toename in uitstoot (10 kton). Het aandeel duurzame opwek is ook verder toegenomen, dit zorgt voor extra vermeden emissies (40 kton) ten opzichte van 2021.
Prognose 2030
De verwachting in de CO₂-monitor is dat in Groningen de uitstoot van alle broeikasgassen in 2030 met 63% afneemt ten opzichte van het referentiejaar 1990. Om deze reductie daadwerkelijk te realiseren dient de uitstoot met circa 480 kton CO₂ eq af te nemen t.o.v. 2022. Nationaal bedraagt de verwachte reductie in uitstoot 44% tot 52% in 2030 (volgens de PBL KEV 2024,). Wij hanteren het gemiddelde hiervan (48,7%) als richtwaarde.
Prognose 2035
De verwachting in de CO₂-monitor is dat de uitstoot in de gemeente Groningen in 2035 met 71% afneemt ten opzichte van het referentiejaar 1990. De reductie in uitstoot in de gemeente Groningen loopt aanzienlijk voor op de verwachte nationale reductie, die volgens de PBL KEV 2024 voor 2035 56,7% bedraagt (bandbreedte 52% tot 60%). In tabel 1 is de uitstoot (in kton CO₂ eq) en procentuele reductie t.o.v. 1990, per sector en totaal weergegeven.
Sector/ Jaar | Elektriciteit | Industrie | Mobiliteit | Gebouwde omgeving | Landbouw | Land-gebruik | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1990 | 444 | 643 | 310 | 409 | 115 | 34 | 1.955 |
2022 | 348 | 198 | 279 | 248 | 98 | 35 | 1.206 |
2030 | 122 | 126 | 195 | 158 | 88 | 32 | 722 |
2035 | 68 | 123 | 148 | 121 | 82 | 31 | 571 |
2022 | 22% | 69% | 10% | 39% | 15% | -2% | 38% |
2030 | 73% | 80% | 37% | 61% | 23% | 5% | 63% |
2035 | 85% | 81% | 52% | 71% | 29% | 9% | 71% |
Tabel 1 – Uitstoot (in kton CO₂ eq) en procentuele reductie t.o.v. 1990, per sector en totaal
Om deze reductie van 71% te realiseren is aangenomen dat het huidige nationale en het gemeentelijk klimaatbeleid en de daarbij behorende projecten en plannen de komende jaren ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Dit vergt een aanzienlijke inspanning van de gemeente Groningen en van andere partijen. De gemeente is daardoor ook afhankelijk van de verschillende partijen. De mate van invloed op de CO₂-uitstoot van de gemeente Groningen is in grafiek 1 te zien. Uiteindelijk kan alleen een samenspel tussen inwoners, bedrijven en de verschillende overheden de gemeente Groningen bewegen naar een CO₂-neutraal 2035.
Grafiek 1 - Ontwikkeling uitstoot totaal en uitsplitsing naar groot-/middel en beperkt-/geen invloed
Indicatoren paragraaf Duurzaamheid
Effectindicator(en) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Aardgasverbruik gebouwde omgeving (m3) | 211 | 203 | 200 | 208 | - |
Elektriciteitsverbruik gebouwde omgeving (miljoen kWh) | 788 | 787 | 759 | 849 | 847 |
Toelichting en bron:
Indicator en (eventueel) nadere toelichting: | Bron |
---|---|
Aardgasverbruik gebouwde omgeving (m3) Toelichting: bij de sector gebouwde omgeving gaat het om het aardgasverbruik van de huishoudens en de dienstensector. | Regionale klimaatmonitor (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO) |
Elektriciteitsverbruik gebouwde omgeving (miljoen kWh) Toelichting: bij de sector gebouwde omgeving gaat het om het elektriciteitsverbruik van de huishoudens en de dienstensector. | Regionale klimaatmonitor (RVO) |
Bijschatting bron regionale klimaatmonitor Vanwege herleidbaarheid mogen gegevens van sommige bedrijfstakken niet gepubliceerd worden. De regionale klimaatmonitor schat een groot deel daarvan bij (bijschatting), zodat toch (sub)totalen gepubliceerd kunnen worden. Voor het meest recente jaar zijn op het moment van schrijven nog geen bijschattingen gemaakt waardoor het cijfer van elektriciteitsverbruik onbekend is. Meer informatie over bijschattingen in de regionale klimaatmonitor is hier te vinden. | Regionale klimaatmonitor (RVO) |
100 Climate Neutral Cities
Groningen heeft in september 2024 het Climate City Contract aan de Europese Commissie aangeboden. Dit is de aanvraag om formeel het label van de missie 100 ‘Climate-Neutral and Smart Cities’ 2030 te verkrijgen. Dit label kan de kredietwaardigheid verbeteren voor het verkrijgen van publieke en private financiering. De Nederlandse missiesteden (G6 en Helmond) werken structureel samen met het Rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in een nationale supportstructuur, met als doel het slechten van barrières om klimaatneutraliteit te behalen en kennisoverdracht naar alle Nederlandse gemeenten.
Regionale Energie Strategie (RES)
De Groninger overheden zijn verenigd in de RES Groningen. In 2021 hebben wij gezamenlijk de ambitie gesteld op 6,4TWh energieopwekking per jaar uit zon en wind op land. In 2024 is gewerkt aan een online geodataportaal dat monitoring vereenvoudigd vergemakkelijkt. Daarnaast is de RES Groningen bezig met de agendering voor de invulling van de RES 3.0. De RES 3.0 wordt uiterlijk op 1 juli 2025 aangeboden aan het Nationaal Programma RES. Hierin wordt aandacht besteed aan de energie-infrastructuur in navolging op het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat 2023.
Motie CO₂-beprijzing
Met de motie “Ben real met je, real met je” (M 03 1 febr 2023) heeft de raad gevraagd te onderzoeken hoe de maatschappelijke kosten van CO 2 -uitstoot meegenomen kunnen worden in onze beleidsafwegingen. We hebben hiervoor een interne pilot uitgezet om hier concreet invullen aan te geven.
In 2023 hebben wij een CO 2 -calculatietool opgesteld. Aan de gestandaardiseerde moederbegroting op tarief en productieniveau (loon-, materiaal- en materieelkosten) is CO 2 -data vanuit de Nationale Milieudatabase (NMD) toegevoegd. Dit maakt een geïntegreerde aanpak voor het berekenen van zowel investeringskosten in euro’s als CO 2 -belasting in tonnen mogelijk. Het opstellen van een project-specifieke CO 2 -projectrapportage geeft inzicht in de CO 2 -belasting van een project en welke specifieke onderdelen hierin de grootste bijdrage hebben. Hoe eerder in het voorbereidingstraject van een project een CO 2 -rapportage beschikbaar is, hoe eenvoudiger ontwerpkeuzes kunnen worden afgewogen op dit aspect. De CO 2 -belasting van een project kan vervolgens vertaald worden naar maatschappelijke kosten om de schade ervan te compenseren (denk aan het nemen van klimaat adaptieve maatregelen zoals bijvoorbeeld het ophogen van dijken). Door de prijs van de variant met de laagste CO 2 -uitstoot te vergelijken met de prijs van de impact van de CO 2 -uitstoot, wordt mogelijk een andere keuze gemaakt.
In 2024 hebben we voor 23 projecten de CO 2 -calculatietool ingezet. De CO 2 -tool is specifiek voor civieltechnische werken die zich in de fase na het schetsontwerp bevinden. Bij 4 projecten bleek een verdere berekening niet zinvol (bijvoorbeeld geen civieltechnisch werk). Voor 12 projecten bleek de CO 2 -tool in de toekomst (vrijwel zeker) toepasbaar is. Deze projecten bevinden zich momenteel nog in de fase vóór schetsontwerp. Dat is te vroeg om een berekening te kunnen maken. Twee documenten met beleidsuitgangspunten worden nader bekeken met de CO 2 -tool: de Leidraad openbare ruimte en enkele thema’s uit de Beheergids openbare ruimte (namelijk ‘dekplanken’). Van 7 projecten heeft de inzet van de CO 2 -tool volledige informatie opgeleverd:
| Project | Omschrijving | CO₂-besparing |
---|---|---|---|
1 | Noordlaren, Meester Koolweg | Mede op basis van CO₂-berekening gekozen voor de renovatieoplossing met laagste CO₂-uitstoot en laagste investeringskosten kosten (€43.000 lager). | 21 ton |
2 | Herinrichting Eglantierstraat – Mispellaan | CO 2 -berekening leidde niet tot ontwerpaanpassingen, wel inzichtelijk gemaakt dat gunning op inzet van emissiearm materieel tijdens realisatie potentieel 36 ton CO₂ bespaart. | Geen |
3 | Nieuwbouwschool Woltersum | O.b.v. CO 2 -berekening is voor de inrichting van schoolplein de keuze gemaakt voor alternatieve bestratingsproducten met een lager emissieprofiel | ca. 40 ton |
4 | Herinrichting Parkweg: | CO 2 -berekening leidt tot gesprekken over optimalisatie van onder andere materiaalkeuze. Besparing op kosten en op CO₂-uitstoot is per optie uitgewerkt. Een keuze moet nog worden gemaakt | Nog onbekend |
5 | Brailletunnel | CO 2 -prestatie wordt meegewogen in multicriteria-analyse als onderdeel van de variantenkeuze. Zoals nu lijkt wordt voor de optie gekozen met meeste CO 2 -besparing. Toevallig ook de goedkoopste en verkeerskundig beste oplossing. Kosten CO 2 -impact circa 1 miljoen euro. Vervolgvraag om gekozen variant verder te optimaliseren. Daadwerkelijke CO 2 -besparing wordt mogelijk nog groter. | 1.100 ton |
6 | B. Kuiperweg Ten post | CO 2 -berekening gemaakt voor diverse varianten. Vanwege tijdsbestek projectrealisatie was het niet mogelijk om naar de meest duurzame oplossing te kijken. | Geen |
7 | Fietsstraat Korreweg | Er is een referentieberekening gemaakt die als input wordt gebruikt voor het maken van definitieve keuzes om tot afronding te komen van het Voorlopig ontwerp. | Nog onbekend |